De Lesse is een scheppende rivier: door de eeuwen heen heeft ze tal van grotten, holtes en kuilen gegraven. Een van haar vele creaties is de site van Furfooz. Deze plek is niet alleen geologisch, maar ook archeologisch erfgoed, want ze werd duizenden jaren geleden door mensen bewoond.
Hoewel het gebied al in 14.000 v.C. door mensen werd bewoond, is het badhuis uit de Romeinse tijd de belangrijkste attractie voor geschiedenisliefhebbers. Deze in de jaren 1950 gereconstrueerde bezienswaardigheid is een perfect voorbeeld van een gebouw met een ‘hypocaustum’, de voorloper van de centrale verwarming. In dit systeem werd een houtvuur aangelegd om de lucht te verwarmen, die vervolgens via bakstenen kanalen onder het gebouw werd verspreid. Op die manier werd het water in de baden verwarmd tot een aangename, ontspannende temperatuur. Leuk om te weten: het badhuis werkt nog steeds perfect, maar er wordt alleen tijdens bepaalde evenementen water in de baden gepompt. Maar laat dat je niet tegenhouden om het badhuis te bezoeken, want zelfs zonder water is dit een erg leerrijke ervaring.
Op jacht naar de geheimen van de Lesse
Na het badhuis en de ruïnes van een Romeins fort zetten we onze tocht verder langs kalkrotsen, grotten (de Trou du Frontal en de Trou qui Fume, een grot die dampt op koude dagen) en grasvelden aan de oevers van de Lesse, tot de rivier plots onder de grond duikt in de Trou des Nutons of ‘Dwergengrot’. Ook de Puits des Vaux zijn een aanrader: hier stroomt de Lesse diep onder de grond en ligt een ondergronds meer van minstens 40 meter diep, ver weg van het daglicht. Zoals intussen wel duidelijk is, is het park van Furfooz een glooiend gebied met hoge toppen en lage dalen. Overal zijn prachtige panorama’s te ontdekken, zoals dat vanaf de Trou du Grand Duc. Misschien zie je zelfs een slechtvalk door de lucht klieven … Wil je na je wandeling je dorst lessen? Geniet in ‘La Flobette’ van lekkere ambachtelijke streekbieren.
